Begraaf tradities

We zijn alweer bij het derde en daarmee laatste deel van de reeks over begraaftradities aangekomen. Over natuurbegraven, de oudste manier van begraven, is veel te zeggen. Het werd al vele jaren voor Christus gedaan en heeft een onverwachte oorsprong. 

Wat is natuurbegraven?

Voordat we de geschiedenis induiken is het belangrijk om te weten wat natuurbegraven nu eigenlijk is. De Brana (de Branchevereniging voor echte Natuurbegraafplaatsen in Nederland) zegt het volgende: ‘Natuurbegraven houdt in dat het lichaam op een organische manier wordt teruggegeven aan de aarde, in een daarvoor bestemd stuk natuur. Respect voor de overledene gaat hand in hand met respect voor de natuur en het milieu.’ Bovendien wordt een natuurgraf niet geruimd of geroerd en worden tijdens het begraven alleen natuurlijke materialen gebruikt. Ook de grafmarkering mag enkel van natuurlijke aard zijn.

Van afzondering naar eervol ritueel

De eerste begraving was waarschijnlijk ruim 120.000 jaar geleden. Het oudste graf dat is gevonden is van een Neanderthaler die 50.000 jaar geleden in een Franse grot is begraven. Daarvoor lieten volkeren hun overledene liggen waar ze waren overleden, of werden ze naar een plek gebracht waar weinig mensen kwamen. Zo lagen mensen bovenop een berg, in een boom of in zee. Toch kwam er een omslagpunt. In eerste instantie werden alleen mensen begraven die iets slechts hadden gedaan, zoals stelen of een ander vergrijp. Zij werden uitgesloten van de groep, afgezonderd en begraven zonder rituelen. Ze werden echt verstopt. Hoewel het in die tijd niet gezien werd als iets positiefs om begraven te worden, had het wel degelijk voordelen. Roofdieren konden niet bij het lichaam en weer en wind hadden ook geen invloed. Wat ook fijn was; nabestaanden konden het lichaam niet zien terwijl het verging. Deze verschillen zouden een reden kunnen zijn waarom mensen hun mening tegenover begraven veranderden naar een eervolle manier om afscheid te nemen van een overledene.

Het vergaan en de terugkomst van natuurbegraven


Wat de aanleiding ook was, vanaf zo’n 8000 jaar voor Christus
was begraven de norm. De Fransen begroeven hun doden in Catacombes, de Grieken in gezamenlijke ‘rustplaatsen’ en Scythen bouwden op de (nu Iraanse) steppen grafhuisjes van zand die ze Kurgans noemden. In Nederland zijn de kerkelijke begraafplaatsen lang de norm geweest. Natuurbegraven verdween niet compleet, maar was in de grote, bekende culturen zeker niet de standaard. Toch wordt natuurbegraven de laatste jaren steeds populairder.

In 1944 werd de eerste Nederlandse natuurbegraafplaats geopend bij Westerwolde. De burgemeester gaf toestemming om naast de kapel een begraafplaats in te richten. Voor een lange tijd was dit de enige natuurbegraafplaats, tot er in 2013 een aantal nieuwe werden geopend, waaronder Hillig Meer. De aanloop naar Natuurbegraafplaats Hillig Meer kunt u hier lezen. Nu, in 2022, zijn er 25 natuurbegraafplaatsen en begraafplaatsen met een natuurlijk karakter in Nederland. Dat is dus een behoorlijke groei in tien jaar tijd. Wij zijn blij dat er steeds meer interesse komt, want hoe meer natuur begrafenissen, hoe meer natuur we kunnen beheren en beschermen voor de toekomst.

Geplaatst in Hillig Meer