Drentsche Aa
hier dobberen dodaars met doddige aarsjes
tussen pitrussen die stekelig
verkondigen dat het land nog niet klaar is
gagel als baardgroei op het glimmende gladde vel van het ven
waar men een scheermes langs haalt
om de spiegel te sparen
de pols van het water kloppend
opgeklopt in de wind
Het landschap heeft rimpels, kraaienpoten
door duizenden jaren ingesleten karrensporen
het is hier een oude vrouw, een ets, een langspeelplaat
als platenspelers glijden onze blikken in de juiste groef
naar binnen
inkt verzonken in bast en blad
af en toe een steen die nog namen tekent
grafheuvels maken de dood bijna wulps
in deze vlakte
aarde buigt beleefd van ouderdom
onder mijn voeten
met zacht, los zittend vel verlegt een stroom
tot ze weer ergens een nieuwe huid past
droge dalen als ingevallen wangen
holle ogen
hoesten lelietjes van dalen op
hebben magen van klei
een hunebed zet stenige tanden
in deze vers gelegde horizon
in deze kieren van tijd mag men slapen
bloemenhoofden starend naar de zon
sparren verraden, zwijgend,
als monniken,
de randen van het schimmenrijk
deinen slechts in deze storm
terwijl ze zijn omringd door tollende eiken
sparren met groene vingers die de weg wijzen
mutsen afwerpen
om vers groen te vieren en te eren
terwijl ze zijn omringd door tollende eiken
zo liggen hier de graven
de holen
de heuvels
als zaailingen
met groene vingers die de weg wijzen
mutsen afwerpen om vers groen te vieren en te eren
bloemen buigend naar het licht
de dood slechts een kiem
bladeren schrijven nerven
met eigen tekens
herdenken het licht
dragen een naam naar de wind
wortelen in de groef
Renée Luth
geschreven op Natuurbegraafplaats Hillig Meer
Lees meer over Project AArdbloei