Onderhoud op Hillig Meer

Het zal u niet verbazen dat het Corona-virus ook veel invloed heeft op ons bij Hillig Meer. Onze natuurbeheerders, bijvoorbeeld, zijn ook echtgenoten en vaders. Hun vrouwen werken onder andere in de zorg of het onderwijs. Sommigen hebben jonge kinderen en die zijn nu bij huis. Tegelijkertijd gaat het werk op Hillig Meer gewoon door. Er zijn uitvaarten en het gebied behoeft onderhoud.

“Door de natte winter hadden onze paden wel even aandacht nodig”, vertelt natuurbeheerder Eric Wierenga. “Na bijna een week droog weer en met de nodige zon, is de bovenlaag van de paden weer droger. De zandpaden hebben we goed kunnen egaliseren.” Het onderhoud van de graspaden start ook weer. “Nog even en we zullen elke week of zelfs twee keer per week de paden maaien.” Dat maaien gaat voor een groot deel handmatig. “De toegangen tot het terrein maaien we met de bosmaaier. Dat geldt ook voor de randen van alle paden, het gras bij bankjes, op de Belvédère en op de grafheuvels van Landgoed Heidehof.”

Takken snoeien
De jonge aanplant op Hillig Meer is mooi aangeslagen. “De struiken en bomen groeien goed”, zo ziet Eric dagelijks. “Dat betekent dat we de smalle wandelpaden begaanbaar moeten houden. We snoeien takken en als het nodig is, verwijderen we een boompje. Natuurlijk doen we dat met veel zorg.”

Lanen in vorm
Natuurbegraafplaats Hillig Meer heeft bossen en lanen. De lanen omarmen de bosgedeeltes en geven structuur. “Deze laanbomen begeleiden we in het voorjaar met een minimale vormsnoei”, zo legt Eric uit. “Voor de begaanbaarheid van de lanen is snoei soms wel nodig, maar de bomen houden daarbij zoveel mogelijk hun natuurlijke groeivorm.” Hij vertelt ook dat de laanbomen gevoeliger zijn voor weersomstandigheden als storm en droogte, dan bomen in het bos. “We houden de laanbomen daarom goed in de gaten. Bij droog weer geven we ze geregeld water.

Vogels laten broeden
Bij al dit onderhoud zijn de beheerdersogen gericht op vogels en nesten. “Natuurlijk houden we goed in de gaten of er nesten zijn in bomen en struiken. Of op de grond; roodborstjes en veldleeuwerik, bijvoorbeeld, zijn bodembroeders.” Het broedseizoen is van 15 maart tot en met 15 juli. “In deze periode zijn we terughoudend met het vellen van bomen. En als het echt moet, kijken we eerst of er nesten zijn. Als dat zo is, stellen we ons werk uit. Broedende vogels gaan voor.”